Lesgeven via de Octo-instructie: betrokken kinderen hebben plezier in leren
Op basisschool De Vlieger is het onderwijs actief en dynamisch, waardoor leerlingen niet alleen leren maar ook plezier hebben tijdens hun schooldag. Leerkrachten Susanne Kaag, Lieke van As en Kristel Termaat vertellen wat lesgeven én -krijgen op De Vlieger zo bijzonder maakt. En hoe de Octo-instructie hen op weg helpt.
“Wij werken op De Vlieger volgens de Octo-methode”, legt Susanne uit. “Een Octo-les heeft van begin tot eind een duidelijke structuur, waarin vaste onderdelen altijd terugkomen. Zo stellen we tijdens de les standaard Controle van Begrip-vragen, waarmee je tussentijds kunt controleren of leerlingen de lesstof hebben begrepen. Is dit het geval, dan ga je door met je les. En zijn er kinderen die hulp nodig hebben, dan kun je extra uitleg geven.”
Eén ‘Octo-regel’ is volgens Lieke heel belangrijk: kies één doel per les, dat bovendien haalbaar is om te controleren. “Een doel tijdens een taalles is dus bijvoorbeeld niet: ‘de persoonsvorm kennen’, maar: ‘de persoonsvorm kunnen onderstrepen in een zin’. Die vaardigheid beheersen, dát is het concrete lesdoel. Deze manier van lesgeven levert actief betrokken leerlingen op. Je kunt namelijk tussendoor kijken of een leerling het doel al beheerst en daarop inspelen.”
Kristel: “Octo heeft als uitgangspunt dat alle kinderen kunnen meedoen en dat niemand ‘afhaakt’ tijdens de les. Daarom past deze manier van werken ons ook zo goed. De lesstof persoonlijk te maken helpt bijvoorbeeld heel goed. Dat kan een grappig of gek verhaal zijn, maar ook serieus. Zo vertel ik tijdens een rekenles over breuken over die ene keer dat ik mijn been gebroken had. Kinderen vinden zo’n persoonlijk verhaal van hun juf en meester vaak ontzettend leuk om te horen. Bovendien blijft de lesstof veel beter bij ze ‘hangen’.”